'Wel expressie, geen spektakel'

Waarop let de commissie tijdens de beoordeling?

Johan Hamminga is een bekend gezicht in de beoordelingscommissie van de Pavo Cup. De afgelopen jaren heeft hij menig paard voorzien van zijn professionele feedback. Hij vertelt wat hij belangrijk vindt bij de jonge dressuurpaarden. Er is in ieder geval een boodschap die hij vooraf vast mee wil geven: “Doe gewoon mee. Laat je niet afschrikken door grote namen, iedereen met een fijn paard kan deelnemen; ook een merrie kan winnen.”

Volgens Hamminga is de Pavo Cup een mooie ervaring voor jonge dressuurpaarden. Het is hét moment om je paard op een ontspannen manier voor te stellen en te laten beoordelen. “Na iedere presentatie geven we een toelichting op de cijfers. Een paard met een 5 of een 6 hoeft zeker geen slecht paard te zijn. Het is een momentopname. Misschien was je paard wat meer gespannen, of heeft hij een mindere dag. Er zijn ook voorbeelden van paarden die als jong paard lage cijfers behaalden in de Pavo Cup en het later in de Grand Prix heel goed doen. Met de feedback die je krijgt kun je ook aan de slag gaan, zie het als een mooi leermoment voor je paard als je niet door bent naar de (halve) finale”, aldus Hamminga.

Vierjarigen

Bij de beoordeling van een vierjarige is de beoordelingscommissie nog erg vergevingsgezind. “Een foutje maken mag. Een wiebeltje, wat spanning of onrust in de aanleuning daar kijken we bij een vierjarige zeker nog doorheen. Het kan ook positief werken als we zien dat een paard zich tijdens de presentatie steeds beter ontspant. Dat is ook de reden dat we bij die jonge paarden de stap pas op het einde beoordelen. Dan zijn ze meer ontspannen en komt de stap veel beter uit de verf.”

Gevraagd naar wat Hamminga graag ziet in een vierjarige vertelt hij: “Een mooi harmonieus beeld. Een paard dat fijn aan de hulpen staat. We kijken echt naar de natuurlijke aanleg van het paard.” Volgens Hamminga kun je thuis vooral trainen op de gehoorzaamheid aan de hulpen. “Hoe gehoorzamer je paard aan de hulpen staat, hoe makkelijker hij het gevraagde uit kan voeren.”

"Iedereen met een fijn paard kan deelnemen, ook een merrie kan winnen"


Vijf- en zesjarigen

De vijf- en zesjarige paarden moeten al veel gehoorzamer aan de hulpen staan en constanter zijn in de houding en aanleuning. De eisen aan de rijdbaarheid van deze paarden zijn hoger. “Maar ook hier gaat het nog steeds om de natuurlijke aanleg”, verduidelijkt Hamminga. “Let erop dat je een paard niet boven zijn kunnen gaat voorstellen. We willen absoluut geen bewegingsvorm zien met veel voorbeen en geen achterbeen. Het gaat om een goede coördinatie en een mooie bewegingsafloop vanuit het achterbeen. We zien graag een paard met veel expressie, maar geen spektakel. Het paard moet de ruiter veel zitcomfort geven. Dat kan alleen als een paard losgelaten en licht beweegt. We zien graag een paard met een goede zelfhouding en tactvolle bewegingen.”


Hamminga benadrukt nogmaals dat het niet altijd de goedgekeurde hengsten en bekende namen hoeven te zijn die winnen. “Geef je gewoon op en doe mee! Laat je niet afschrikken door de grote namen en goedgekeurde hengsten”, sluit hij af.